John Bijnens (1989) studeerde aan de academie van Hasselt waar hij ook zijn masteropleiding Media Art and Design in 2013 afrondde. Sindsdien ontwikkelt hij tekeningen, constructies, installaties en fotografisch werk waarin de verhouding tussen de gebouwde omgeving in natuurlijke omstandigheden onderwerp van verbeelding is.
Een reflectie van Alex de Vries op de tentoonstelling ‘Foreign Nature’ van John Bijnens. 9 december 2018 t/m 20 januari 2019
Bijnens groeide op in het dorp Guigoven, tussen Hasselt en Tongeren in Belgisch Limburg. Het is een gebied dat vol ligt met archeologische vondsten uit onder meer het steentijdperk. Het was ook een steenkoolgebied, een industrie die stil is komen te liggen. De fabrieksgebouwen en terreinen zijn de laatste jaren ontwikkeld tot domeinen voor nieuwe bedrijfsactiviteiten, broedplaatsen voor kunstenaars en kunstonderwijs. Zo krijgt de economisch ontwrichte regio er langzaam weer kleur.
Aan het werk van John Bijnens is af te lezen dat hij is opgegroeid in dat gebied in de tijd dat op braakliggende industriële terreinen nieuwe mogelijkheden voor de toekomst werden gevonden. Zijn maquettes van architectonische constructies zijn veelal opgenomen in natuurlijke omstandigheden die tegenstrijdig zijn aan de bouwsels, maar daar soms ook mee vergroeid zijn. Zo kan uit de aarde een gebouw ontstaan dat zijn bouwmateriaal rechtstreeks aan de ondergrond heeft onttrokken.
John Bijnens is gefascineerd door de tegenstrijdigheid tussen extreme verstedelijking en de groeiende belangstelling voor verantwoord ecologisch leven. In de gebouwde omgeving vinden meer en meer mensen mogelijkheden om plantengroei te bevorderen, groenten te verbouwen, bloemen te kweken of vlak buiten die conglomeraties van beton, staal en glas tuintjes aan te leggen als een arcadisch toevluchtsoord, al zitten de mensen ook daar vaak op elkaar gepakt als sardientjes in blik.
Zijn werk laat een verontrustende combinatie zien van idealisering en fatalisme en gaat tegelijkertijd over verval en opbouw, vrees en verlangen. Een ervaring die op de contradictie in zijn werk sterk van invloed is geweest, is het rampzalige noodweer op donderdag 18 augustus 2011 op het weiland te Kiewit waar het festival Pukkelpop werd gehouden. John Bijnens stond bij het plotse uitbreken van het noodweer in de grote Château-tent die hem sowieso fascineerde door de houten vloer en het hoge tentzeil. Door de storm kwam alles in beweging en wilde iedereen die binnen was naar buiten, terwijl de mensen buiten wilden schuilen voor de regen en hagel en naar binnen drongen. De tent stortte in; vijf mensen kwamen om het leven en 140 mensen hadden medische hulp nodig.
Hoewel de ramp zich kort en abrupt voltrok, onderging John Bijnens het als een situatie waarin de tijd werd uitgerekt. Hij was ook eens de inzittende van een auto die bij een ongeval over de kop sloeg en dat ongeluk leek zich in zijn beleving eveneens in slow motion te voltrekken.
De combinatie van persoonlijke ervaringen en ingrijpende maatschappelijke ontwikkelingen liggen ten grondslag aan zijn werk dat in de serieuze benadering van de onderwerpen een bepaalde lichtvoetigheid weet te realiseren. Al zijn beelden hebben iets ijls en voorbijgaands waarin hoop en hopeloosheid samen komen.
Alex de Vries (1957) was in 1979 mede-oprichter van het tijdschrift Metropolis M. Van 1984 tot 1989 werkte hij in het Shaffy Theater in Amsterdam. Vervolgens was hij acht jaar hoofd Communicatie van de Hogeschool voor de Kunsten Arnhem. Van 1997 tot 2001 was De Vries directeur van de kunstacademie in ’s‑Hertogenbosch. Sinds 2001 werkt hij als zelfstandig auteur, adviseur en curator in het bureau Stern / Den Hartog & De Vries in Den Haag. Met zijn compagnon, grafisch ontwerper Jan Willem den Hartog, beheert hij uitgeverij De Zwaluw.